Tufsteen 0000.0012

 

 Vervolg literatuur

 

- Kipp, A.F.E., "Stedelijke bemoeienis met het herstel van de stormschade na de ramp van 1 augustus 1674". In: Bericht van de Stichting Vrienden van de Domkerk [ISSN 1574.9944], 05-2007 [jrg 19, nr&1], blz. 3-16. Hierin over "duycksteen" vooral: blz. 12 (betreffende de Janskerk te Utrecht, waarbij veel gebouwen gesloopt werden: "Dit alles vanwege de begeerde opbrengst van de afkomende tufsteen. De afgesloten rekeningen betreffende de afbraak dateren van 3 augustus 1681 en 24 november 1683, en omschrijven de werkzaamheden als [...] van St. Janstoorn, huysingen, panden (kloostergang), wulfsels, fundamenten, klocken, als allerhande materialen [...]. De ontvangsten bestonden uit Opbrengst van den duycksteen (tufsteen): f. 4600,-; de huizinge [...] met de Caats ende panden tot den toren: f. 3275,-; [...] Voor 356 tonnen duycksteen, gekomen van den (west)gevel met de twee uijtlatingen (zijbeuken): f. 1264,-; Voor duycksteen, gekomen van de twee boogen achter de Cordegarde: f. 266,-; [...]" - dit is de relevante tekst volledig), 13 (betreffende de Mariakerk, waarvan het grootste deel omwille van de tufsteen gesloopt werd; "Op oudejaarsdag 1674 wordt gerapporteerd, dat twee dagen tevoren de laetste duycksteen uit het fundament vande stomp vande toorn aen de noortzyde deser Kercke gebroken is ende aldaer nu anders niet en gevonden worden als keyselsteenen (veldkeien)" - dit is de relevante tekst volledig)

- Olde, Harry de, "Tufstenen kerken in Groningen, een nalezing". In: Groninger Kerken, (01-) 2003 (jrg 20, nr 1), blz. 15-19

 duits

- Naturstein-Lexikon. Für Handwerk und Industrie. Werkstoff, Werkzeuge und Maschinen, Wirtschaft und Handel, Gestaltung und Techniken von der Antike bis heute. Redactie: Günther Mehling. München (Callwey), 19934e druk/1e druk 1981. [668 blz. ISBN 3.7667.1054.0]. Hierin o.a. "Tuff": blz. 604

- Haiduck, Hermann, Kirchenarchäologie. Beginn und Entwicklung des Kirchenbaues im Küstengebied zwischen Ems- und Wesermünding bis zum Anfang des 13. Jahrhunderts. Deel in de serie 'Quellen zur Geschichte Ostfrieslands', nr 15. Aurich (Ostfriesische Landschaft), 1992. [257 blz. ISBN 3.925365.65.6]. Hierin "Steinkirchen - Tufstein", blz. 31-66 (met tevens op blz. 54, 57-66 lijst van 339 Nederlandse kerken met tufsteen).

- Kiesow, Gottfried, Wege zur Backsteingotik. Eine Einführung. Bonn (Monumente Publikationen der Deutschen Stiftung Denkmalschutz), 2003cop. [220 blz. ISBN 3.936942.34.X]. Hierin "Tuffstein": blz. 69

- Meinz, Manfred, Der mittelalterliche Sakralbau in Ostfriesland. Deel in de serie'Abhandlungen und Voträge zur Geschichte Ostfrieslands, nr XLVI. Aurich (Verlag Ostfriesische Landschaft), 1966 [177 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 30-31

 frans

- Vigan, Jean de, Le petit Dicobat. Dictionnaire général du bâtiment. Ris-Orangis (Arcature), 1994. [957 blz. ISBN 2.9504805.2.7]. Hierin o.a. "Tuf": blz. 867-868; "Tufeau ou tuffeau": 868; "Trass": 858